toto

Grieks Woordenschat


Video met de meest voorkomende woorden in het Grieks

Waarom en hoe leer je Griekse woordenschat met audio?

Griekenland, de bakermat van de westerse beschaving, bevat veel rijkdom. Het is onlangs uitgegroeid tot een van de meest populaire bestemmingen voor toeristen uit alle lagen van de bevolking.

De basis van het gesprek zal essentieel zijn voor je vertrek. Leer alles wat te maken heeft met vervoer om het land te verkennen, zoals de naam van het vervoermiddel (λεωφορείο : "bus" bijvoorbeeld). Aangezien dit een land is met milde temperaturen, leer de naam van de vruchten (Φρούτα / froúta) om ervan te kunnen genieten. Tot slot, aangezien cultuur een van de belangrijkste punten van de reis is, zult u zeker in staat zijn om conferenties bij te wonen, dus neem interesse in hoe u daar kan komen (Θα συναντηθούμε στην στην αίθουσα αίθουσα / tha sinantithoúme stin éthousa sinedriáseon : "Waar is de vergaderkamer?").

Onze suggesties voor films, series, romans en liedjes zullen u helpen de taal op verschillende manieren te oefenen om uw vaardigheden te verbeteren buiten onze fiches om.

Selectie van de inhoud om je onder te dompelen in de Griekse cultuur

Romans :

Uitzendingen/series:

Films:

Liedjes :

Hier is een selectie van 400 nuttige woorden en uitdrukkingen om u op weg te helpen

Deze woorden en uitdrukkingen zijn ingedeeld naar thema. Door op de knoppen Quiz of Lessen te klikken, krijgt u gratis toegang tot de complete cursus Grieks. Door op de knop printer te klikken, kunt u alle uitdrukkingen van het thema afdrukken. Deze inhoud is gratis.

1 - Belangrijke uitdrukkingen

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Goedendag Καλημέρα kaliméra
2 Goedenavond Καλησπέρα kalispéra
3 Tot ziens Αντίο adío
4 Tot straks Τα λέμε αργότερα ta léme argótera
5 Ja Ναι ne
6 Nee Όχι óhi
7 Alstublieft Παρακαλώ parakaló
8 Dank u Ευχαριστώ efharistó
9 Dank u wel Ευχαριστώ πολύ! efharistó polí!
10 Bedankt voor uw hulp Ευχαριστώ για την βοήθεια ef̱haristó̱ gia ti̱n voí̱theia
11 Graag gedaan Σας παρακαλώ sas parakaló
12 Okee Σύμφωνη símfoni
13 Okee Σύμφωνος símfonos
14 Hoeveel kost dat? Πόσο κάνει; póso káni
15 Pardon! Συγγνώμη signómi
16 Ik begrijp het niet Δεν καταλαβαίνω den katalavéno
17 Ik heb het begrepen Κατάλαβα katálava
18 Ik weet het niet Δεν ξέρω den xéro
19 Verboden Απαγορεύεται apagorévete
20 Waar zijn de toiletten, alstublieft? Που είναι οι τουαλέτες παρακαλώ; pou íne i toualétes parakaló
21 Gelukkig Nieuwjaar! Καλή χρονιά! kalí hroniá
22 Gelukkige verjaardag! Χρόνια πολλά! hrónia polá
23 Prettige feesten! Καλές γιορτές! kalés giortés
24 Gefeliciteerd! Συγχαρητήρια! sigharitíria

2 - Gesprek

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Hallo. Hoe gaat het? Καλημέρα. Τι κάνεις; kaliméra. ti kánis
2 Hallo. Het gaat goed, dank je Καλημέρα. Καλά είμαι. Ευχαριστώ kaliméra. kalá íme. efharistó
3 Spreek je Grieks ? Μιλάς Ελληνικά; milás Eliniká
4 Nee, ik spreek geen Grieks Όχι, δεν μιλώ Ελληνικά óhi, den miló Eliniká
5 Slechts een klein beetje Μόνο λιγάκι móno ligáki
6 Waar kom je vandaan? Από ποια χώρα είσαι; apó pia hóra íse
7 Wat is je nationaliteit? Ποια είναι η εθνικότητα σου; pia íne i ethikotitá sou
8 Ik ben Hollands Είμαι Ολλανδός íme Ollandós
9 Ik ben Hollands Είμαι Ολλανδέζα íme Olandéza
10 En jij, woon je hier? Κι εσύ, εδώ μένεις; ki esi, edó ménis
11 Ja, ik woon hier Ναι, εδώ μένω ne, edó méno
12 Ik heet Sarah, en jij? Με λένε Σάρα, εσένα πώς σε λένε; me léne sára, eséna pos se léne
13 Julien Ιουλιανό ioulianó
14 Wat doe je hier? Τι κάνεις εδώ; ti kánis edó
15 Ik ben op vakantie Είμαι σε διακοπές íme se diakopés
16 Wij zijn op vakantie Είμαστε σε διακοπές ímaste se diakopés
17 Ik ben op zakenreis Είμαι σε επαγγελματικό ταξίδι íme se epagelmatikó taxídi
18 Ik werk hier Εδώ δουλεύω edó doulévo
19 Wij werken hier Εδώ δουλεύουμε edó doulévoume
20 Wat zijn de goeie plekjes om te eten? Πού μου προτείνετε να πάω να φάω; pou mou protínete na páo na fáo
21 Is er een museum in de buurt? Υπάρχει κάποιο μουσείο εδώ κοντά; ipárhi kápio mousío edó kontá
22 Waar kan ik internetverbinding maken? Πού μπορώ να συνδεθώ στο Ίντερνετ; pou boró na sindethó sto internét

3 - Leren

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Ik heb het begrepen Κατάλαβα katálava
2 Wil je enkele woorden leren? Θέλεις να μάθεις λίγες καινούργιες λέξεις; thélis na máthis líges kenoúrgies léxis
3 Okee! Ναι, εντάξει! ne, edáxi!
4 Hoe heet dat? Πώς λέγεται αυτό; pos légete afto
5 Dat is een tafel Είναι ένα τραπέζι íne éna trapézi
6 Een tafel, begrijp je? Ένα τραπέζι, κατάλαβες; éna trapézi, katálaves
7 Kan je dat alsjeblieft herhalen? Μπορείς να επαναλάβεις παρακαλώ; borís na epanalávis parakaló
8 Kan je een beetje trager praten, alsjeblieft? Λίγο πιο αργά, σε παρακαλώ; lígo pio argá, se parakaló
9 Zou je dat kunnen opschrijven, alsjeblieft? Μπορείς να το γράψεις, σε παρακαλώ; borís na to grápsis, se parakaló

4 - Kleuren

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Ik vind de kleur van deze tafel mooi Μ' αρέσει πολύ το χρώμα αυτού του τραπεζιού. marési polí to hróma aftoú tou trapezioú
2 Het is rood Είναι κόκκινο íne kókino
3 Blauw Μπλε ble
4 Geel Κίτρινο kítrino
5 Wit Άσπρο áspro
6 Zwart Μαύρο mávro
7 Groen Πράσινο prásino
8 Oranje Πορτοκαλί portokalí
9 Paars Μοβ mov
10 Grijs Γκρίζο gkrízo

5 - Getallen

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Nul Μηδέν midén
2 Een Ένα éna
3 Twee Δύο dío
4 Drie Τρία tría
5 Vier Τέσσερα téssera
6 Vijf Πέντε péde
7 Zes Έξι éxi
8 Zeven Εφτά eftá
9 Acht Οκτώ ohtó
10 Negen Εννέα enéa
11 Tien Δέκα déka
12 Elf Έντεκα édeka
13 Twaalf Δώδεκα dódeka
14 Dertien Δεκατρία dekatría
15 Veertien Δεκατέσσερα dekatéssera
16 Vijftien Δεκαπέντε dekapéde
17 Zestien Δεκαέξι dekaéxi
18 Zeventien Δεκαεφτά dekaeftá
19 Achttien Δεκαοκτώ dekaohtó
20 Negentien Δεκαεννέα dekaenéa
21 Twintig Είκοσι íkosi
22 Eenentwintig Εικοσιένα ikosiéna
23 Tweeëntwintig Είκοσιδύο ikosidío
24 Drieëntwintig Είκοσιτρία ikositría
25 Vierentwintig Είκοσιτέσσερα ikositéssera
26 Vijfentwintig Είκοσιπέντε ikosipéde
27 Zesentwintig Είκοσιέξι ikosiéxi
28 Zevenentwintig Είκοσιεφτά ikosieftá
29 Achtentwintig Είκοσιοκτώ ikosiohtó
30 Negenentwintig Είκοσιεννέα ikosienéa
31 Dertig Τριάντα triáda
32 Eenendertig Τριανταένα triadaéna
33 Tweeëndertig Τριανταδύο triadadío
34 Drieëndertig Τριαντατρία triadatría
35 Vierendertig Τριαντατέσσερα triadatéssera
36 Vijfendertig Τριανταπέντε triadapénte
37 Zesendertig Τριανταέξι triadaéxi
38 Veertig Σαράντα saráda
39 Vijftig Πενήντα penída
40 Zestig Εξήντα exída
41 Zeventig Εβδομήντα evdomída
42 Tachtig Ογδόντα ogdóda
43 Negentig Ενενήντα enenída
44 Honderd εκατό ekató
45 Tweehonderd διακόσια diakósia
46 Driehonderd Τριακόσια triakósia
47 Vierhonderd Τετρακόσια tetrakósia
48 Duizend Χίλια hília
49 Vijftienhonderd Χίλιαπεντακόσια hiliapedakósia
50 Tweeduizend Δυο χιλιάδες dío hiliádes
51 Tienduizend Δέκα χιλιάδες déka hiliádes

6 - Tijdsaanduidingen

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Wanneer ben je aangekomen? Πότε ήρθες εδώ; póte írthes edó
2 Vandaag Σήμερα símera
3 Gisteren Χθες hthes
4 Twee dagen geleden Πριν δυο μέρες prin dío méres
5 Hoe lang blijf je? Για πόσο καιρό θα μείνεις; gia póso kairó tha mínis
6 Ik vertrek morgen Θα φύγω αύριο tha fígo ávrio
7 Ik vertrek overmorgen θα Φύγω μεθαύριο tha fígo methávrio
8 Ik vertrek over drie dagen Θα φύγω σε τρεις μέρες tha fígo se tris méres
9 Maandag Δευτέρα deftéra
10 Dinsdag Τρίτη tríti
11 Woensdag Τετάρτη tetárti
12 Donderdag Πέμπτη pébti
13 Vrijdag Παρασκευή paraskeví
14 Zaterdag Σάββατο sávato
15 Zondag Κυριακή kiriakí
16 Januari Ιανουάριος ianouários
17 Februari Φεβρουάριος fevrouários
18 Maart Μάρτιος mártios
19 April Απρίλιος aprílios
20 Mei Μάιος máios
21 Juni Ιούνιος ioúnios
22 Juli Ιούλιος ioúlios
23 Augustus Αύγουστος ávgoustos
24 September Σεπτέμβριος septévrios
25 Oktober Οκτώβριος októvrios
26 November Νοέμβριος noévrios
27 December Δεκέμβριος dekévrios
28 Hoe laat vertrek je? Τι ώρα φεύγεις; ti óra févgeis
29 Om acht uur 's ochtends Το πρωί, στις οκτώ to proí, stis ohtó
30 Om kwart over acht 's ochtends Το πρωί, στις οκτώ και τέταρτο to proí, stis ohtó kai tétarto
31 Om half negen 's ochtends Το πρωί, στις οκτώ και τριάντα to proí, stis ohtó kai triáda
32 Om kwart voor negen 's ochtends Το πρωί, στις οκτώ και σαραντα πεντε to proí, stis ohtó kai saráda pénte
33 Om zes uur 's avonds Το βράδυ, στις έξι to vrádi, stis éxi
34 Ik ben laat Έχω αργήσει ého argísi

7 - Taxi

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Taxi! Ταξί taxi
2 Waar wilt u naartoe? Που θέλετε να πάτε; pou thélete na páte
3 Ik ga naar het station Πάω στο σταθμό páo sto stathmó
4 Ik ga naar het hotel Dag en Nacht Πάω στο ξενοδοχείο Mέρα και Nύχτα páo sto xenodohío méra ke níhta
5 Kunt u me naar de luchthaven brengen? Στο αεροδρόμιο, παρακαλώ sto aerodrómio parakaló
6 Kunt u mijn bagage nemen? Μπορείτε να πάρετε τις βαλίτσες μου; boríte na párete tis valítses mou
7 Is het ver van hier? Είναι μακριά από εδώ; íne makriá apó edó
8 Nee, het is vlakbij Όχι, είναι κοντά óhi, íne kodá
9 Ja, het is iets verder weg Ναι, είναι λίγο πιο μακριά ne, íne lígo pio makriá
10 Hoeveel zal het kosten? Πόσο θα στοιχίσει; póso tha stihísi
11 Breng me hiernaartoe, alstublieft Μπορείτε να με πάτε εδώ, παρακαλώ; boríte na me páte edó, parakaló
12 Het is rechts Είναι δεξιά íne dexiá
13 Het is links Είναι αριστερά íne aristerá
14 Het is rechtdoor Ευθεία είναι efthía íne
15 Het is hier Είναι εδώ íne edó
16 Het is die kant uit Από δω είναι apó do íne
17 Stop! Σταματήστε εδώ! stamatíste edó
18 Neem uw tijd Με την ησυχία σας me tin isihía sas
19 Mag ik een ontvangstbewijs, alstublieft? Μπορείτε να το σημειώσετε, σας παρακαλώ; boríte na to simiósete, sas parakaló

8 - Familie

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Heb je familie hier? Έχεις συγγενείς εδώ; éhis sigkenís edó
2 Mijn vader Ο πατέρας μου o patéras mou
3 Mijn moeder Η μητέρα μου i mitéra mou
4 Mijn zoon Ο γιος μου o gios mou
5 Mijn dochter Η κόρη μου i kóri mou
6 Een broer Έναν αδελφό énan adelfó
7 Een broer Έναν μεγαλύτερο αδελφό - Εναν μικρότερο αδελφό enan megalytero adelfo - enan mikrotero adelfo
8 Een zus Μία αδελφή mia adelfí
9 Een zus Μία μεγαλύτερη αδερφή - Μία μικρότερη αδερφή mia megalyteri aderfi - mia mikroteri aderfi
10 Een vriend Έναν φίλο énan fílo
11 Een vriendin Μια φίλη mia fíli
12 Mijn vriend Ο φίλος μου o fílos mou
13 Mijn vriendin Η φίλη μου i fíli mou
14 Mijn man Ο άνδρας μου o ádras mou
15 Mijn vrouw Η γυναίκα μου i ginéka mou

9 - Gevoelens

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Ik hou erg van jouw land Μου αρέσει πολύ η χώρα σας mou arési polí i hóra sas
2 Ik hou van je Σ' αγαπώ sagapó
3 Ik ben blij Είμαι χαρούμενος íme haroúmenos
4 Ik ben blij Είμαι χαρούμενη íme haroúmeni
5 Ik ben verdrietig Είμαι λυπημένος íme lipiménos
6 Ik ben verdrietig Είμαι λυπημένη íme lipimeni
7 Ik voel me goed hier Αισθάνομαι άνετα εδώ esthánome áneta edó
8 Ik heb het koud Κρυώνω krióno
9 Ik heb het warm Ζεσταίνομαι zesténome
10 Het is te groot Είναι πολύ μεγάλο íne polí megálo
11 Het is te klein Είναι πολύ μικρό íne polí mikró
12 Het is perfect Είναι τέλειο íne télio
13 Wil je vanavond uit? Έχεις όρεξη για έξω σήμερα το βράδυ; éhis órexi gia éxo símera to vrádi
14 Ik zou graag uitgaan vanavond Έχω όρεξη για έξω σήμερα το βράδυ ého órexi gia éxo símera to vrádi
15 Dat is een goed idee Καλή ιδέα kalí idéa
16 Ik wil me amuseren Θέλω να διασκεδάσω thélo na diaskedáso
17 Dat is geen goed idee Δεν είναι καλή ιδέα den íne kalí idéa
18 Ik heb geen zin om uit te gaan vanavond Δεν έχω όρεξη για έξω σήμερα το βράδυ den ého órexi gia éxo símera to vrádi
19 Ik wil rusten Θέλω να ξεκουραστώ thélo na ksekourastó
20 Wil je sporten? Θέλεις να κάνουμε κάποιο σπορ; thélis na kánoume kápio sport
21 Ik heb ontspanning nodig Ναι, έχω ανάγκη να ξεδώσω. ne, ého anági na xedóso
22 Ik speel tennis Παίζω τένις pézo ténis
23 Nee bedankt, ik ben erg moe Όχι, ευχαριστώ. Είμαι κουρασμένος. óhi, efharistó. íme kourasménos
24 Nee bedankt, ik ben erg moe Όχι, ευχαριστώ. Είμαι κουρασμένη óhi, efharistó. íme kourasméni

10 - Bar

Nederlands Grieks Uitspraak
1 De bar Το μπαρ to bar
2 Wil je iets drinken? Θες να πιεις κάτι; thes na piis káti
3 Drinken Πίνω píno
4 Glas Ποτήρι potíri
5 Ja, graag Ευχαρίστως efharístos
6 Wat wil je? Τι θα ήθελες; ti tha ítheles
7 Waar kan ik uit kiezen? Τι ποτά υπάρχουν; ti potá ipárhoun
8 Er is water of vruchtensap Υπάρχει νερό ή χυμός φρούτων ipárhi neró i himós froúton
9 Water Νερό neró
10 Kunt u er ijsblokjes bij doen? Μπορείτε να μου βάλετε λίγα παγάκια ακόμα; boríte na mou válete líga pagákia akóma
11 Ijsblokjes Παγάκια pagákia
12 Chocolademelk Σοκολάτα sokoláta
13 Melk Γάλα gála
14 Thee Τσάι tsái
15 Koffie Καφές kafés
16 Met suiker Με ζάχαρη me záhari
17 Met melk Με κρέμα me kréma
18 Wijn Κρασί krasí
19 Bier Μπίρα bíra
20 Een thee, graag Ένα τσάι παρακαλώ éna tsái parakaló
21 Een biertje, graag Μια μπίρα παρακαλώ mia bíra parakaló
22 Wat wilt u drinken? Τι θέλετε να πιείτε; ti thélete na píite
23 Twee thee's, graag Δυο τσάι παρακαλώ! dio tsái parakaló!
24 Twee biertjes, graag Δυο μπίρες παρακαλώ dio bíres parakaló
25 Niets, dank u Τίποτα, ευχαριστώ típota, efharistó
26 Proost Στην υγειά σου! stin igiiá sou!
27 Santé! Γεια μας! giiá mas!
28 De rekening, alstublieft! Το λογαριασμό παρακαλώ! to logariasmó parakaló!
29 Hoeveel kost dat ? Τι σας οφείλω παρακαλώ; ti sas ofílo parakaló
30 Twintig euro Είκοσι ευρώ íkosi evró
31 Ik trakteer je Σε προσκαλώ se proskaló

11 - Restaurant

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Het restaurant Το εστιατόριο to estiatório
2 Wil je iets eten? Θα ήθελες να φας; tha ítheles na fas
3 Ja, graag Ναι θα ήθελα ne tha íthela
4 Eten Τρώω tróo
5 Waar kunnen we eten? Πού μπορούμε να πάμε για φαγητό; pou boroúme na páme gia fagitó
6 Waar kunnen we lunchen? Πού μπορούμε να πάμε για μεσημεριανό; pou boroúme na páme gia mesimerianó
7 Het avondmaal Βραδινό γεύμα vradinó gévma
8 Het ontbijt Πρωινό proinó
9 Excuseer! Σας παρακαλώ! sas parakaló!
10 De menukaart, alstublieft! Τον κατάλογο, παρακαλώ! ton katálogo, parakaló
11 Hier is de menukaart! Ορίστε ο κατάλογος! oríste o katálogos
12 Eet je liever vlees of vis? Τι θέλεις να φας; Κρέας ή ψάρι; ti thélis na fas? kréas i psári?
13 Met rijst Με ρύζι me rízi
14 Met pasta Με μακαρόνια me makarónia
15 Aardappels Με πατάτες me patátes
16 Groenten Με λαχανικά me lahaniká
17 Roerei - spiegelei - zachtgekookt eitje Αυγά ομελέτα - αυγά τηγανιτά - ή αυγά βραστά avgá omeléta - avgá tiganitá - i avgá vrastá
18 Brood Ψωμί psomí
19 Boter Βούτυρο voútiro
20 Een salade Μια σαλάτα mia saláta
21 Een toetje Ένα επιδόρπιο éna epidórpio
22 Fruit Φρούτα froúta
23 Hebt u een mes, alstublieft? Ένα μαχαίρι, παρακαλώ! éna mahéri, parakaló
24 Ja, ik breng er u onmiddellijk een Σας φέρνω αμέσως. sas férno amésos
25 Een mes Ένα μαχαίρι éna mahéri
26 Een vork Ένα πιρούνι éna piroúni
27 Een lepel Ένα κουτάλι éna koutáli
28 Is dit een warme schotel? Το πιάτο αυτό είναι ζεστό; to piáto aftó íne zestó
29 Ja, en erg pikant ook! Ναι, και αρκετά καυτερό επίσης! ne ke arketá kafteró epísis
30 Warm Ζεστό zestó
31 Koud Κρύο krío
32 Pikant Καυτερό kafteró
33 Ik neem vis! Θα πάρω ψάρι tha páro psári
34 Ik ook Κι εγώ το ίδιο ki egó to ídio

12 - Afscheid nemen

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Het is laat! Ik moet nu weggaan! Είναι αργά, πρέπει να πηγαίνω! íne argá, prépi na pigéno!
2 Kunnen we elkaar weerzien? Μπορούμε να ιδωθούμε ξανά; boroúme na idothoúme xaná
3 Ja, leuk! Ναι, μετά χαράς ne, metá harás
4 Ik woon op dit adres Μένω σ' αυτή τη διεύθυνση méno saftí ti diéfthinsi
5 Heb je een telefoonnummer? Έχεις κάποιο τηλέφωνο; éhis kápio tiléfono
6 Ja, dit is het Ναι, να το ne, na to
7 Ik vond het gezellig Πέρασα πολύ ωραία μαζί σου pérasa polí oréa mazí sou
8 Ik ook, ik vond het leuk om kennis met je te maken Επίσης, χάρηκα που σε συνάντησα epísis, hárika pou se sinántisa
9 We zien elkaar snel weer Θα τα ξαναπούμε σύντομα tha ta ksanapoúme síntoma
10 Ik hoop het ook Το ελπίζω to elpízo
11 Tot ziens! Αντίο! adío!
12 Tot morgen Τα λέμε αύριο ta léme ávrio
13 Dag! Γειά σου! giia sou!

13 - Vervoer

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Dank u Ευχαριστώ efharistó
2 Pardon, ik zoek de bushalte Παρακαλώ, που είναι η στάση του λεωφορείου parakaló, pou íne i stási tou leoforíou
3 Hoeveel kost een ticket naar Zonstad? Πόσο κάνει το εισητήριο για την Πόλη του Ηλίου, παρακαλώ; póso káni to isitírio gia tin póli tou ilíou, parakaló
4 Waar gaat deze trein naartoe, alstublieft? Που πηγαίνει αυτό το τραίνο, παρακαλώ; pou pigéni aftó to tréno, parakaló
5 Stopt deze trein in Zonstad? Αυτό το τραίνο σταματάει στην Πόλη του Ηλίου; aftó to tréno stamatái stin póli tou ilíou
6 Wanneer vertrekt de trein naar Zonstad? Πότε αναχωρεί το τραίνο για την Πόλη του Ηλίου; póte anahorí to tréno gia tin póli tou ilíou
7 Een kaartje voor Zonstad, alstublieft Ένα εισιτήριο για την Πόλη του Ηλίου, παρακαλώ; éna isitírio gia tin póli tou ilíou, parakaló
8 Hebt u de dienstregeling van de trein? Έχετε τα ωράρια των τραίνων; éhete ta orária ton trénon
9 De dienstregeling van de bus Τα ωράρια των λεωφορείων ta orária ton leoforíon
10 Pardon, welke trein gaat naar Zonstad? Πιο είναι το τραίνο για την Πόλη του Ηλίου παρακαλώ; pio íne to tréno gia tin póli tou ilíou parakaló
11 Die trein Αυτό είναι aftó íne
12 Graag gedaan. Goede reis! Τίποτα. Καλό ταξίδι típota. kaló taxídi
13 De (repareer)garage Συνεργείο αυτοκινήτων sinergío aftokiníton
14 Het benzinestation Το βενζινάδικο to venzinádiko
15 Voltanken, alstublieft Γεμίστε το, παρακαλώ gemíste to parakaló
16 Fiets Ποδήλατο podílato
17 Het stadscentrum Το κέντρο της πόλης to kédro tis pólis
18 De voorstad Τα προάστια ta proástia
19 Het is een stad Είναι μια μεγάλη πόλη íne mia megáli póli
20 Het is een dorp Είναι ένα χωριό íne éna horió
21 Een berg Ένα βουνό éna vounó
22 Een meer Μία λίμνη mia límni
23 Het platteland Η εξοχή i eksohí

14 - Hotel

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Het hotel Ένα ξενοδοχείο éna ksenodohío
2 Appartement Διαμέρισμα diamérisma
3 Welkom! Καλωσορίσατε! kalosorísate
4 Hebt u een kamer vrij? Έχετε ένα ελεύθερο δωμάτιο; éhete éna eléfthero domátio
5 Is er een badkamer in de kamer? Υπάρχει μπάνιο στο δωμάτιο; ipárhi bánio sto domátio
6 Verkiest u twee eenpersoonsbedden? Θέλετε δύο μονά κρεβάτια; thélete dío moná krevátia
7 Wenst u een kamer met een dubbel bed? Θέλετε ένα δίκλινο; thélete éna díklino
8 Kamer met bad - met balkon - met douche Δωμάτιο με μπάνιο - με μπαλκόνι - με ντους domátio me bánio - me balkóni - me douz
9 Kamer met ontbijt Δωμάτιο με πρωινό domátio me proinó
10 Wat is de prijs voor één nacht? Πόσο στοιχίζει το δωμάτιο για μία νύχτα; póso stihizi to domátio gia mia níhta
11 Ik zou graag eerst de kamer zien Θα ήθελα να δω το δωμάτιο πρώτα, παρακαλώ tha íthela na do to domátio próta, parakaló
12 Ja, natuurlijk Ναι, βεβαίως! ne, vevéos
13 Dank u, de kamer is erg mooi Ευχαριστώ. Το δωμάτιο είναι πολύ ωραίο efharistó. to domátio íne polí oréo
14 Okee, kan ik reserveren voor deze nacht? Ωραία, μπορώ να κάνω μία κράτηση για σήμερα το βράδυ; oréa, boró na káno mia krátisi gia símera to vrádi
15 Het is wat te duur voor mij, bedankt Είναι λίγο ακριβό για εμένα, ευχαριστώ íne lígo akrivó gia eména, efharistó
16 Kunt u voor mijn bagage zorgen, alstublieft? Μπορείτε να πάρετε τις αποσκευές μου, παρακαλώ; boríte na párete tis aposkevés mou parakaló
17 Waar is mijn kamer, alstublieft? Που είναι το δωμάτιο μου, παρακαλώ; pou íne to domátio mou parakaló
18 Het is op de eerste verdieping Είναι στον πρώτο όροφο. íne ston próto órofo
19 Is er een lift? Υπάρχει ασανσέρ; ipárhi asansér
20 De lift is aan uw linkerkant Το ασανσέρ είναι στα αριστερά. to asansér íne sta aristéra
21 De lift is aan uw rechterkant Το ασανσέρ είναι στα δεξιά. to asansér íne sta dexiá
22 Waar is de wasserij, alstublieft? Που είναι η υπηρεσία πλυντηρίου; pou íne e ipiresía plidiríou
23 Het is op de gelijkvloerse verdieping Στο ισόγειο sto isógio
24 De begane grond Ισόγειο isógio
25 Kamer Δωμάτιο domátio
26 Droogkuis Καθαριστήριο ρούχων katharistírio roúhon
27 Kapsalon Κομμωτήριο komotírio
28 Autoparking Πάρκιγκ parking
29 We zien elkaar in de vergaderzaal? Θα συναντηθούμε στην αίθουσα συνεδριάσεων tha sinantithoúme stin éthousa sinedriáseon
30 De vergaderzaal Αίθουσα συνεδριάσεων éthousa sinedriáseon
31 Het zwembad is verwarmd Η πισίνα είναι θερμαινόμενη i pisína íne thermenómeni
32 Het zwembad Πισίνα pisína
33 Maak me wakker om 7 uur, alstublieft Μπορείτε να με ξυπνήσετε στις 7 η ώρα, παρακαλώ; boríte na me ksipnísete stis eftá i óra parakaló
34 De sleutel, alstublieft Το κλειδί, σας παρακαλώ to klidí, sas parakaló
35 De pas, alstublieft Την κάρτα εισόδου, σας παρακαλώ tin kárta isódou, sas parakaló
36 Zijn er berichten voor mij? Έχω κάποιο μήνυμα; ého kápio mínima
37 Ja, alstublieft Ναι, ορίστε ne oríste
38 Nee, we hebben niets voor u ontvangen Όχι, κανένα óhi kanéna
39 Waar kan ik wisselgeld krijgen? Πού μπορώ να κάνω ψιλά; pou mporó na káno psilá
40 Kunt u mij wisselgeld geven? Έχετε να μου χαλάσετε, σας παρακαλώ; éhete na mou halásete, sas parakaló
41 Dat kunnen wij. Hoeveel had u gewenst? μπορούμε να σας δώσουμε ρέστα,πόσα θέλετε boroúme na sas dó̱soume résta,pósa thélete

15 - Een persoon zoeken

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Is Sarah hier, alstublieft? Η Σάρα είναι εκεί παρακαλώ; i sára íne ekí parakaló
2 Ja, ze is hier Ναι, εδώ είναι ne, edó íne
3 Ze is weg Έχει βγει έξω éhi vgi éxo
4 U kunt haar bellen op haar mobiel Μπορείτε να τηλεφωνήσετε στο κινητό της. boríte na tilefonísete sto kinitó tis
5 Weet u waar ik haar kan vinden? Ξέρετε που μπορώ να την βρω; xérete pou boró na tin vro
6 Ze is op haar werk Είναι στη δουλειά της. íne sti douliá tis
7 Ze is thuis Είναι σπίτι της. íne spíti tis
8 Is Julien hier, alstublieft? Ο Ζουλιέν είναι εκεί παρακαλώ; o julien íne ekí parakaló
9 Ja, hij is hier Ναι, εδώ είναι ne, edó íne
10 Hij is weg Έχει βγει έξω éhi vgi éxo
11 Weet u waar ik hem kan vinden? Ξέρετε που μπορώ να τον βρω; xérete pou boró na ton vro
12 U kunt hem bellen op zijn mobiel Μπορείτε να τηλεφωνήσετε στο κινητό του boríte na tilefonísete sto kinitó tou
13 Hij is op zijn werk Είναι στην δουλειά του íne sti douliá tou
14 Hij is thuis Είναι σπίτι του íne spíti tou

16 - Strand

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Het strand Η παραλία i paralía
2 Weet u waar ik een bal kan kopen? Γνωρίζετε πού μπορώ να αγοράσω μία μπάλα; gnorízete pou boró na agoráso mia bála
3 Er is een winkel in die richting Υπάρχει ένα μαγαζί κάπου προς τα εκεί ipárhi éna magazi kápou pros ta ekí
4 Een bal Μία μπάλα mia bála
5 Een verrekijker Κιάλια kiália
6 Een pet Ένα καπέλο éna kapélo
7 Een handdoek Πετσέτα petséta
8 Sandalen Σανδάλια sandália
9 Een emmer Κουβαδάκι kouvadáki
10 Zonnecrème Αντιηλιακή κρέμα anti iliakí kréma
11 Zwembroek Μαγιό magió
12 Zonnebril Γυαλία ηλίου gialiá ilíou
13 Schaaldieren οστρακόδερμο ostrakóderma
14 Zonnebaden Κάνω ηλιοθεραπεία káno iliotherapía
15 Zonnig Ηλιόλουστος ilióloustos
16 Zonsondergang Ηλιοβασίλεμα iliovasílema
17 Parasol Ομπρέλα obréla
18 Zon Ήλιος ílios
19 Schaduw Σκιά skiá
20 Zonneslag Ηλιακή ακτινοβολία iliakí aktinovolía
21 Is het gevaarlijk om hier te zwemmen? Είναι επικίνδυνο το κολύμπι εδώ; íne epikíndino to kolíbi edó
22 Nee, het is niet gevaarlijk Όχι, δεν είναι επικίνδυνο óhi, den íne epikíndino
23 Ja, het is verboden om hier te zwemmen Ναι, το κολύμπι απαγορεύεται εδώ ne, to kolíbi apagorévete edó
24 Zwemmen Κολυμπώ kolibó
25 Zwemmen Κολύμβηση kolíbisi
26 Golf Κύμα kíma
27 Zee Θάλασσα thálasa
28 Duin Αμμόλοφος amólofos
29 Zand Άμμος ámos
30 Welk weer voorspellen ze voor morgen? Ποιες είναι οι μετεωρολογικές προβλέψεις για αύριο; pies íne e meteorologikés provlépsis gia ávrio
31 Het weer gaat veranderen Ο καιρός θα αλλάξει o kairós tha aláxi
32 Het gaat regenen Θα βρέξει tha vréxi
33 Het wordt zonnig Θα έχει ήλιο tha éhi ílio
34 Het wordt erg winderig Θα φυσάει πολύ tha fisái polí
35 Zwempak Μαγιό magió

17 - In geval van problemen

Nederlands Grieks Uitspraak
1 Kunt u me helpen, alstublieft? Μπορείτε να με βοηθήσετε παρακαλώ; boríte na me voithísete parakaló
2 Ik ben de weg kwijt Χάθηκα háthika
3 Wat wenst u? Τι θα θέλατε; ti tha thélate
4 Wat is er gebeurd? Τι συνέβη; ti sinévi
5 Waar kan ik een tolk vinden? Πού μπορώ να βρω έναν διερμηνέα; pou boró na vro éna dierminéa
6 Waar is de dichtstbijzijnde apotheek? Πού βρίσκεται το πιο κοντινό φαρμακείο; pou vrískete to pio kontino farmakío
7 Kunt u een dokter bellen, alstublieft? Μπορείτε να φωνάξετε έναν γιατρό, σας παρακαλώ; boríte na fonáksete éna giatró sas parakaló
8 Welke behandeling krijgt u op dit moment? Τι θεραπεία ακολουθείτε; ti therapía akolouthís
9 Een ziekenhuis Ένα νοσοκομείο éna nosokomío
10 Een apotheek Ένα φαρμακείο éna farmakío
11 Een dokter Ένας γιατρός énas giatrós
12 Medische dienst Ιατρική υπηρεσία iatrikí ipiresía
13 Ik ben mijn papieren kwijt Έχασα τα χαρτιά μου éhasa ta hartiá mou
14 Mijn papieren zijn gestolen Μου έκλεψαν τα χαρτιά mou éklepsan ta hartiá
15 Bureau voor gevonden voorwerpen Γραφείο απολεσθέντων grafío apolesthédon
16 Hulppost Σταθμός πρώτων βοηθειών stathmós próton voithión
17 Nooduitgang Έξοδος κινδύνου éxodos kindínou
18 De Politie Η αστυνομία i astinomía
19 Identiteitsbewijs Χαρτιά hartiá
20 Geld Χρήματα hrímata
21 Paspoort Διαβατήριο diavatírio
22 Bagage Αποσκευές aposkevés
23 Nee dank u, ik heb geen interesse Είμαι εντάξει, ευχαριστώ íme edáxi, efharistó
24 Laat me met rust! Αφήστε με ήσυχη afíste me ísihi
25 Laat me met rust! Αφήστε με ήσυχο afíste me ísiho
26 Ga weg! Φύγετε! fígete!